Inpassingstekst - Docent-tenure track datagedreven diervoeding en diermanagement

De Vakgroep Dierwetenschappen en Aquatische Ecologie bestrijkt expertisedomeinen m.b.t. verschillende functies van dieren voor de mens en evaluatie van antropogene invloeden op het leefmilieu in functie van een optimale en duurzame exploitatie. Binnen de vakgroep heeft het Laboratorium voor Diervoeding en Kwaliteit van Dierlijke Producten (Lanupro) in de voorbije decennia een sterke internationale reputatie opgebouwd in de domeinen duurzame dierlijke productie, dierfysiologie en -voeding, en kwaliteit van dierlijke producten en ambieert het deze te consolideren en verder multi- en interdisciplinair uit te bouwen, zowel in onderzoek als in onderzoek-gebaseerd onderwijs, met nadruk op landbouwhuisdieren. Lanupro heeft een belangrijke bijdrage geleverd tot de ontwikkeling van analysemethodes toepasbaar op diverse biologische matrices en innovatieve in vitro en in vivo modellen, waarbij ook de recent in gebruik genomen nieuwe faciliteit voor gespeende biggen met automatische real-time voeder-, water- en lichaamsgewichtregistratie die toelaat om ‘big data’ te verzamelen om productieprocessen te monitoren en te sturen. De onderzoeksfocus van Lanupro betreft vnl.: 1/ diervoeding en dierlijke producten in een duurzame en circulaire bio-economie; 2/ rol van microbiota in vertering, metabolisme en gezondheid van landbouwhuisdieren en 3/ vleeskwaliteit en rol van dierlijke producten in de voeding. Het is de ambitie van Lanupro om een vierde datagedreven onderzoekspijler uit te bouwen die sterk is gelinkt aan voorgenoemde 3 pijlers.

 

Binnen diervoeding en diermanagement, is er zowel nationaal als internationaal een voortschrijdende evolutie naar datagedreven benaderingen met input van diverse datatypes o.a. via sensortechnologie en toepassing van geavanceerde algoritmen. Zo bijvoorbeeld zijn voederopname(gedrag), wateropname, lichaamsgewicht, dieractiviteit en -interactie, lichaamsconditie, diergezondheidsparameters (bv. hoesten, hartslag, ademritme) enkele voorbeelden van parameters die via continue monitoring een duidelijk beeld kunnen geven van de gezondheid, welzijn en prestaties van dieren. Samen met het identificeren van specifiek (normaal) diergedrag, het vastleggen van het stalklimaat en het inventariseren van de voedersamenstelling is de potentiële hoeveelheid data nog moeilijk te overzien. Het destilleren van de waardevolle inzichten is een belangrijk knelpunt, en vereist een versmelting van expertise in de huidige productieprocessen met expertise in datawetenschappen. Het gebruik van artificiële intelligentie zal hierin een belangrijke rol spelen. Sinds oktober 2019 werd gestart met de uitbouw van de onderzoeksexpertise m.b.t. ‘data-gedreven diervoeding en diermanagement op maat’ met als doel deze toekomstgerichte expertise in te bedden in Lanupro. De uitbouw van het ‘data-gedreven’ onderzoek is in eerste instantie gelinkt aan het ‘diervoedingspeerpunt’. De aanstelling van een docent-tenure track binnen dit domein moet de verdere uitbouw versnellen en verder integreren binnen Lanupro. Op die manier wordt het nieuwe onderzoeksdomein duidelijk ingebed in lopend onderzoek en wordt een kernexpertise versterkt. Deze focus biedt bovendien opportuniteiten voor verdere doorstroming naar het onderwijs, niet alleen binnen de bestaande opleidingen, maar ook binnen de nieuwe aanvraag voor een interfacultaire masteropleiding in Animal Health Science met de Faculteit Diergeneeskunde en de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen als verantwoordelijke faculteiten. Specifiek ambieert Lanupro binnen deze opleiding een bijdrage te leveren in opleidingsonderdelen gerelateerd aan verschillende dierlijke productiesystemen, diervoeding, kwantitatieve benadering van duurzaamheid in dierwetenschappen, en datagedreven diervoeding en –management. Hierbij wordt uiteraard complementariteit nagestreefd met ontwikkelingen aan de Faculteit diergeneeskunde, waar in 2026 een BOF-ZAP-mandaat wordt voorzien dat de integratie beoogt van digitale ontwikkelingen in diermonitoring bij diagnose van ziektes en gezondheidsmanagement van rundvee. In dit opzicht strekt expertise met andere landbouwhuisdiersoorten dan rundvee tot aanbeveling voor de voorliggende vacature. 

 

Lanupro levert ook een aanzienlijke bijdrage in ‘dier’-gerelateerd onderwijs zowel in de opleidingen industrieel ingenieur als bio-ingenieur aan de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen. Het nieuwe mandaat moet de betrokkenheid en aanwezigheid in deze opleidingen, in het bijzonder binnen de industrieel ingenieuropleiding ingenieur (BSc en MSc in de biowetenschappen), versterken en op til zijnde hervormingen binnen deze opleidingen mee vorm en invulling geven. Gezien het toepassingsgerichte karakter van de opleiding tot industrieel ingenieur, is het essentieel dat de geselecteerde kandidaat een goede kennis van de praktijk en interactie met het werkveld heeft. Binnen deze opleiding staan implementatie en optimalisatie van (nieuwe) technieken binnen een bedrijfscontext immers centraal. Anderzijds vormen biologisch georiënteerde basisvakken de ruggengraat van de opleiding. Bijgevolg zal de geselecteerde kandidaat niet alleen verantwoordelijk zijn voor toepassingsgerichte vakken, maar ook voor een aantal basisvakken. De voorziene onderwijsopdracht (situatie voorjaar 2023) bestaat uit de volgende opleidingsonderdelen als verantwoordelijk of medelesgever:  

Basisvakken:

Fysiologie van het dier (I700213) (verantwoordelijk lesgever), 5 ECTS, onderwijstaal: Nederlands

Voortplantingsfysiologie van dieren (I700042) (verantwoordelijk lesgever), 5 ECTS, onderwijstaal: Nederlands

Verdiepende/toepassingsgerichte vakken:

Dierlijke Productie (I700259) (medelesgever), 6 ECTS, onderwijstaal: Nederlands

Praktijkoefeningen gewas, dier en bedrijf (I700260) (verantwoordelijk of medelesgever), 3 ECTS, in het bijzonder organisatie van een internationale studiereis

Monitoringsystemen in de landbouw (I002651) (medelesgever), 5 ECTS, onderwijstaal: Nederlands

 

Tenslotte wordt van de docent tenure track engagement verwacht m.b.t. kwaliteitszorg in onderwijs, o.a. onder de vorm van participatie binnen (een) opleidingscommissie(s), in het bijzonder van de Master of Science in de biowetenschappen: land- en tuinbouwkunde (plantaardige en dierlijke productie).